Historie
Al sinds 1827 bestond de traditie dat leden van Vindicat concerten gaven voor de burgerij van Groningen. Hieruit volgde in 1882 de oprichting van een subvereniging die de naam meekreeg van de “noordelijke Apollo”, de Noorse god van de schone kunsten: Bragi. Er werd wekelijks gerepeteerd (onder leiding van een dirigent die fl. 100,- per jaar verdiende) en in de eerste jaren bloeide het koor.
Na enige tijd nam de belangstelling voor zang wat af. Tegen het eind van de 19e eeuw werd al regelmatig instrumentale muziek ten gehore gebracht. Een aantal dirigenten passeerde de revue en in 1910 werd helemaal geen nieuwe dirigent meer benoemd: men ging zich uitsluitend toeleggen op kamermuziek. Het ledenaantal liep terug en financieel ging het niet al te best met Bragi. Wel besloot men in 1920 dat ook dames (leden van Magna Pete) tot Bragi toegelaten mochten worden.
Na enige jaren van kwakkelen kwam er in 1923 een volledig nieuw bestuur dat de vereniging weer op de rails zette. Er werden weer koorwerken uitgevoerd en in 1925 kwam er een nieuwe dirigent: Daniël Ruyneman. Onder zijn leiding werd o.m. de Nederlandse première opgevoerd van Le boeuf sur le toit van Darius Milhaud. In 1928 vertrok hij echter weer en de golfbeweging zette zich voort: opnieuw zakte Bragi een beetje in en zat 7 jaar zonder dirigent.
Ook aan dit dal kwam een eind: in 1935 werd G.A. Vader als dirigent aangenomen en werd officieel een studentenorkest in het leven geroepen. Het was niet groot, maar kwam onder de leiding van Vader – die bijna 20 jaar bij Bragi bleef – tot goede prestaties. Bragi had in die tijd een goede naam en nam een belangrijke positie in binnen Vindicat. Het lustrumfeest van 1957 bracht daar echter verandering in…
De nieuwe dirigent, Theo Westen, schreef voor het galaconcert een speciaal musical-achtig stuk, Requiem in het rood. Twee weken voor het concert was de compositie echter nog niet af, evenmin als de decors, en de rest van de stukken was nog niet voldoende ingestudeerd. De uitvoering werd dan ook een groot fiasco. Het begon ermee dat meer dan een uur na de vastgestelde aanvangstijd het bestuur en de uitvoerenden nog aan de koffie zaten. De Rector Magnificus, die was uitgenodigd voor het concert, moest ze gaan halen. Tijdens de voorstelling, die muzikaal ook al niet van al te hoog niveau was, stortten de decors in. De goede naam die Bragi had opgebouwd was behoorlijk beschadigd.
Het bestuur van Bragi, dat verantwoordelijk was voor dit fiasco, werd door de Corpsvergadering van Vindicat afgezet en er kwam een Commissie ter Reorganisatie die de vereniging weer op poten zette. De Commissie was succesvol, want in 1958 werd in samenwerking met de toneelvereniging van Vindicat een zeer succesvolle uitvoering van de Dreigroschenoper van Berthold Brecht en Kurt Weill neergezet, die onder meer in Den Haag en Rotterdam werd opgevoerd.
Over Bragi is in 2007, tijdens het 25e lustrum, een item gemaakt voor het programma Beno’s Stad.
In 1961 kwam Bertus van Lier bij Bragi. Hij heeft het orkest enorm gestimuleerd en een grote invloed gehad op de sfeer en natuurlijk de muzikale prestaties van met name het orkest. Onder zijn leiding ging het 10 jaar lang erg goed met Bragi. Nog altijd is de naam Bertus van Lier redelijk bekend in Groningen. Overigens was in die tijd Gerard Wiarda, die 30 jaar lang dirigent van Mira was, concertmeester van Bragi!
Ondertussen werd de band tussen Bragi en Vindicat er niet sterker op. Het doel van Bragi – het bevorderen van de muzikale ontwikkeling van de leden – paste niet al te goed binnen het kroegleven van Vindicat. Bovendien speelden of zongen niet uitsluitend Vindicaters mee: om een volledige bezetting bij elkaar te krijgen, was altijd al de hulp ingeroepen van musici van buiten Vindicat. Daar komt nog bij dat eind jaren ’60 het sociëteitsleven van de studentenwereld inzakte, terwijl Bragi onder Bertus van Lier juist enorm bloeide. Veel goede musici werden geen lid omdat ze geen zin hadden bij Vindicat te gaan. Dit alles deed het bestuur van 1969-1970 besluiten om Bragi los te maken van Vindicat.
In 1967, toen het grootkoor ook echt groot was, ontstonden er allerlei initiatieven om met een kleinere groep mensen eens iets heel anders te zingen. In de winter van 1967-1968 werd het a-capellakoor opgericht. Het stond achtereenvolgens onder leiding van Johan Beeftink, Johan van der Meer en Gerard Mostert. In 1980 kwam Rein de Vries (die al sinds 1978 in het koor zong) voor het koor te staan, en inmiddels is hij de langstdienende dirigent die Bragi ooit gehad heeft.
Na Bertus van Lier was John Damsma van 1975 tot 1984 dirigent. Na hem volgden enkele dirigenten elkaar snel op. Leendert Runia werd zijn opvolger en na hem kwam Piet Roorda. Toen de laatste in 1996 vertrok bleek het moeilijk om één dirigent te vinden voor koor en orkest, en daarom werd na een zomer zwoegen en overleggen Harmen Cnossen aangenomen als orkestdirigent en Fokko Oldenhuis als grootkoordirigent. Harmen verliet Bragi in het voorjaar van 1998 en werd opgevolgd door Beni Dhomi, die op zijn beurt in september 2000 vertrok om zijn geluk te gaan beproeven in de professionele wereld en werd opgevolgd door Jan Vermaning. Fokko gaf zijn werkzaamheden bij het grootkoor eind 1997 op en werd in het nieuwe seizoen opgevolgd door Rein de Vries; Jan vertrok plotseling in april 2002, waarna Pieter van der Wulp het dirigeerstokje overnam en in 2008 nam Jeroen Helder de taak als dirigent van het grootkoor over van Rein. In augustus 2015 legde Pieter het dirigeerstokje neer. Sinds augustus 2016 is Alexander de Blaeij dirigent van het orkest.
Begin 2023 stopte Jeroen Helder als grootkoordirigent, waarop Rein de Vries voor één project als interim dirigent heeft opgetreden. Sinds eind 2023 is Hannah Tomasini dirigent van het grootkoor.
Na acht jaar het orkest van Bragi gedirigeerd te hebben, stopte Alexander in de zomer van 2024. Voor seizoen 2024 – 2025 staat het orkest op interim basis onder leiding van Tjeerd Barkmeijer.
Over Bragi is in 2007, tijdens het 25e lustrum, een item gemaakt voor het programma Beno’s Stad.